Met andere ogen


In deze drie decibel stillere tijden komt niet alleen geluid anders binnen. Je kijkt ook met andere ogen. Dat is wel een vreemde uitdrukking, want het blijven natuurlijk wel dezelfde ogen die je voorheen gebruikte. Zo beleef je de plekken waar je al vaker langskwam op een heel andere manier. Bijvoorbeeld de Wüstelaan die mij naar mijn volkstuin brengt en die ik eerder beschreef in het boek 'Ken je me land?' Het bankje halverwege de laan was nu bezet door twee dertigers, die hun fietsen op anderhalve meter van het bankje zetten en vervolgens aan elkaar zaten. Voorheen werd het bankje hoogzomer bezet door verkoeling zoekende ouderen. Even verderop keek ik ook anders naar de twee ezeltjes die daar altijd in een stukje weiland lopen. Opeens leken zij mij neerslachtig, zoals zij daar in eenzaamheid stonden met hangende koppen. Ik zag hier nu quarantaine!
Er waren veel mensen op de been. Bij het winkeltje in de molen stonden enkelingen en tweetallen gespatieerd in een lange rij tot buiten het hek te wachten tot zij naar binnen mochten. Op de stoepen en in het belendende park werd op afstand van elkaar gejogd. Hardlopers sprongen daarbij van de stoep op de rijweg om afstand te kunnen houden van de tragere 'atleten'. Opvallend was dat de langsrazende toerfietsers vaak niet aan physical distancing deden en rakelings passeerden. (Ik vind 'social distancing' een onjuist gebruikte term voor iets dat louter om lichamelijk afstand houden gaat.)
Een andere in het oog springende verandering in het straatbeeld is de ook hier opvallende vermeerdering van trampolines in de (voor)tuinen van de woonhuizen. Overal staan kinderen te springen op trampolines, met en zonder valbescherming. Over vijf jaar hebben wij gegarandeerd medaillekandidaten bij het onderdeel trampolinespringen op de Olympische Spelen.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Met andere ogen

Fonds

Optimisten en pessimisten

Kinhem, wachttijd

Het boek is af

Eten in de vroege middeleeuwen